top of page

Scherpte-diepte en de basiscursus fotografie

Hoe subtieler je met scherpte-diepte omgaat, des interessanter wordt de foto. Bij zwart-wit fotografie zeggen we vaak: "een foto kan zwart-wit zijn als de kleuren aan de foto niks toevoegen". Voor scherpte-diepte geldt: zorg ervoor dat niet méér scherp is dan nodig is.


Natuurlijk; als je een overzicht van iets maakt (bijvoorbeeld een gebouw helemaal) dan zul je vaak kiezen voor een grote scherpte-diepte (bijvoorbeeld F11). Maar in heel veel situaties zou je moeten kiezen voor een gepast diafragma.


Aaardig voorbeeld is deze foto van een fietsenstalling in Amsterdam. Kies je voor een diafragma van F11 is alles scherp, maar wordt de foto daar sterker van? Met andere woorden; "hoeveel fietsen moeten scherp zijn om de kijker te vertellen dat het fietsen zijn?'.



In de basiscursus fotografie komt de scherpte-diepte aan de orde.
Een grote scherpte-diepte (F11) laat alles zien, maar is dat nodig?

In de basiscursus fotografie komt de scherpte-diepte aan de orde
Een kleine scherpte-diepte lijkt hier een prima keuze: diafragma F 2.2

In de basiscursus fotografie leren we om kritisch te kijken naar het juiste diafragma en de bepaling waar je scherp zou moeten stellen. Ook in de besprekingen bij de vervolgcursus fotografie nemen we de diafragma keuze mee.

Diafragma, sluitertijden en ook de ISO waarden een mooi samenspel op jouw camera en een belangrijk startgegeven bij elke foto.

Nieuws

bottom of page